De zomer van 2005


Ik ben in de Ardennen op vakantie. VakantieAnders.
Even geen werk, dit is mijn verhaal. Ik ben hier puur voor mezelf.
Het is een zomerkamp waar je kan meedoen aan workshops. Niks moet, alles mag. De meeste mensen die er zijn staan open voor verbinding. Ik vind dat heerlijk. Het maakt me gevoeliger voor alles wat er is.

Op een middag ga ik met een groep het bos in. We zijn een gemêleerd gezelschap van jong tot oud in alle soorten en maten. Mijn teenslippers in de hand. Lekker aardend, auw, auw,… Het is een hele onderneming voor m'n sensitieve voeten.  Ademen Hilde, ademen.... Na de eerste honderd meter heb ik mijn aardende tred te pakken. Ik babbel wat met een vrouw naast me en er huppelt een kind aan ons voorbij. De sfeer is zonnig en ongedwongen.

Bij een open plek gaan we zitten. In het hoge gras of op het zachte mos. Ieder kiest een plaats waar die zich fijn voelt. We vormen geen cirkel, geen rijtje, geen vierkant. Als groep zijn we vrij van vorm en we zingen.
We zingen mantra’s en ik sluit mijn ogen. De melodie van de klanken resoneren door mijn lijf. Langs mijn stembanden trilt het geluid steeds luider mijn keel uit. Jeetje, wat is dit lekker.

En dan word ik gestoord: “Doe je ogen open.” Ik mopper in mezelf: "Ja eej, echt nie, ik zit hier net zo lekker in mijn bubbel." Standvastig zing ik door totdat er een vlieg bij mijn oor komt vervelen. De mopper in mij komt weer op: "Is het nou serieus de bedoeling dat ik mijn ogen open doe? Eerder deze week was er ook een vlieg die kwam vervelen terwijl ik in mijn bubbel zat. Toen was ik trots dat ik me minimaal had laten afleiden. Maar nu voelt het anders en ik doe mijn ogen open.

Ik kijk en zie,... Ik geloof mijn ogen niet en van schrik doe ik ze weer dicht. Mijn hart klopt in mijn keel. De zenuwen gieren door mijn lijf. Angst overmeestert me. Het is goed dat ik zit, anders was ik spontaan door mijn benen gezakt. Razendsnel schieten de vragen door mijn hoofd: "Wat gebeurt hier? Hoe kan dit nou? Is dit écht? Dadelijk klopt mijn hart uit mijn lijf." Terwijl ik dat denk hoor ik opnieuw: "Open je ogen. Je hoeft niet bang te zijn. Open je ogen."

Het kost me twee zorgvuldige ademhalingen voordat ik zover ben. Ik spreek mezelf moed in en doe mijn ogen open. Het is er nog steeds. Overal waar ik kijk. Bij iedereen die ik zie. Het harde kloppen in mijn borst verdwijnt en ik voel een onbeschrijfelijke stroom van liefde. Tranen vullen mijn ogen en stromen met de liefde mee. Ik geef me over aan de vreugde, de verwondering en voel het zachte gras onder mijn billen...Ik knipper nog eens met mijn ogen om mezelf te overtuigen...
"We worden beschermd! We worden beschermd! Ik wist het,..."

Bij iedereen zie ik een engel.  Een engel van onvoorwaardelijke liefde. Geduldig aanwezig in volle overgave. Vol compassie. We worden beschermd. Niemand uitgezonderd. Ik wist het, maar nu mag ik het zelfs zien. Ik kan het niet nalaten mezelf af te vragen waarom ik dit zie: "Wie ben ik, dat ik dit mag zien?"

Enkele dagen later werd het me duidelijk waarom ik gezien had wat ik zag.
Sinds ik terug was uit de Ardennen voelde ik me anders.
Liefdevoller, vol vertrouwen en mega dankbaar.

De hele dag liep ik met een big smile op mijn gezicht en met die grote glimlach stapte ik de afdeling van het verpleeghuis binnen. Destijds woonde er nog 30 mensen met dementie binnen één groep. Die ochtend verzorgde ik de ontbijtjes op bed. Ik vulde een schaaltje met warme pap en liep via een lange gang naar een vier-persoonsslaapkamer.

Voor ik bij de deuropening kwam, voelde ik een vlaag energie langs me heen gaan. Engelenenergie. Ik bleef bij de deur staan en nam de mevrouw in bed in me op. Ze was volkomen verzonken in haar eigen wereld. Spontaan opende ze haar ogen en toen ik dichter bij het bed kwam keek ze me glashelder aan. Ik groette haar met mijn ogen. Ze verbrak ons oogcontact en keek een lange tijd naast me. Haar blik weerspiegelde een glinstering vol licht. Ik stond erbij en keek ernaar.

Dat ik engelen zo helder zag als in de Ardennen was een eenmalige ervaring. Al zou je iets anders denken bij mijn achternaam.  Helaas, pindakaas. De engelenenergie heeft een blauwdruk in mij achtergelaten en zorgt er voor dat ik ‘t voortaan herken. Het is alleen soms lastig om er woorden aan te geven. Indrukken laten zich niet altijd vangen in woorden. Ik heb mazzel,  in de wereld van dementie zijn woorden niet zo belangrijk.  Het mooiste contact is er als we stil durven zijn.

Reacties

Populaire posts