De avond verstrijkt. Ik zoek haar in de gang. Ze zit op een stoel. "Mijn knieën doen zo zeer." klaagt ze. Ik wrijf over haar knie. "Misschien is 't een idee om te gaan rusten?" probeer ik voorzichtig. "Ja, ik kan niet meer." zucht ze. "Kom, ik help je omhoog." Ik leg mijn hand op haar onderrug. Ze trekt zich aan haar rollator op. Samen stiefelen we naar haar kamer. Inmiddels is het 22:30u.
Deze keer mag ik haar bril opbergen, haar helpen met de trui uit doen. "Wat heeft u toch een prachtige trui." "Die heb ik zelf gebreid."zegt ze trots. Ik zie dat het een trui van een machinale naald is met een etiketje in de hals. "Wil je er voor mij ook één breien?"
Ze lacht. "Jij bent altijd vriendelijk voor mij. Ik doe dat wel voor jou. Als ik je roep dan moet je eerst altijd even van je fiets stappen. Maar jij doet alles voor mij. Mijn zus heeft ook gezien dat ik een nieuwe trui heb opgezet, maar daar begin ik niet aan. Die kan het zelf. Voor jou doe ik het. Dan moet je dat tegen niemand zeggen hè?"
"Ik zeg niks!" beloof ik plechtig en ik sla de dekens van haar bed open.
Reacties
Een reactie posten